Landgoederen en Kastelen

Instandhouding van buitenplaatsen

Buitenplaatsen en kastelen bezitten vaak een lange geschiedenis met veel verschillende bouwfasen. Naast functiewisselingen volgden de welvarende en adellijke eigenaren vaak de nieuwste bouwstijlen op architectonisch en landschappelijk gebied. De huidige staat van het gebouw valt vaak niet direct af te lezen en vereist vaak een nauwkeurig onderzoek. Verbeteren van de technische staat gaat vaak samen met het aanpassen en verbeteren van het comfort.

Bij de instandhouding van een buitenplaats komt veel kijken. Hierbij wordt een grote deskundigheid gevraagd van zowel beheerder als restaurerende partijen. Men heeft namelijk niet alleen te maken met monumentale gebouwen (waaronder het woonhuis, koetshuis, oranjerie of prieel), maar ook met het monumentale groen dat deze gebouwen omringd. Beide vragen om een verschillende aanpak, maar moeten als ensemble wel een eenheid vormen.

Geschiedenis

In Nederland zijn door het hele land nog een groot aantal buitenplaatsen en kastelen te vinden, die zich kenmerken door een monumentaal hoofdgebouw, omgeven door bijgebouwen en gelegen in een landschappelijke omgeving. Sommige vinden hun oorsprong in een oud kasteel, andere zijn ontstaan in de 17e eeuw toen handel en economie een grote bloei doormaakten. De buitenplaatsen werden aangelegd voor welvarende burgers, die de stinkende stad wilden ontvluchten en de zomers op het platteland wilden doorbrengen. Deze trend zette zich voort tot ver in de 19e eeuw. In het gebied tussen Den Haag en Haarlem, gelegen op de oude strandwallen, zijn veel buitenplaatsen te vinden. Het is een afwisselend landschap en goed bereikbaar vanuit verschillende steden. Wisselende economische omstandigheden hebben ook weer geresulteerd in de verdwijning van een groot aantal buitenplaatsen. Ook de groei van de bevolking, de aanleg van wegen en spoorlijnen, en de behoefte aan landbouwgrond waren belangrijke oorzaken in deze vermindering. In de negentiende en twintigste eeuw hebben hoge kosten voor onderhoud en personeel ervoor gezorgd dat veel buitenplaatsen niet meer op de juiste manier in stand gehouden konden worden. Het particuliere eigendom werd vaak gewijzigd in een stichtingsvorm, een museale functie of zelfs een bedrijf.

Visie en restauratieplan

Kennis van het ontstaan en bouwgeschiedenis van een buitenplaats is onontbeerlijk voor een goed instandhoudings- en restauratieplan. Een bouwhistorisch onderzoek kan duidelijkheid verschaffen over de datering van de verschillende bouwfasen en inzicht geven in veranderingen die hebben plaatsgevonden.

Het zichtbaar maken van de gelaagdheid van de bouwfasen is een uitgangspunt van het restauratieplan, waarbij ook de structuur en karakteristieke onderdelen zullen worden gerespecteerd. Een nieuwe functie, ander gebruik en ook de huidige bouwregelgeving brengen wijzigingen met zich mee en betekenen een nieuwe fase in de bouwgeschiedenis van de buitenplaats. Herstel zal zich vaak over een aantal jaren uitspreiden.Het opstellen van een Meerjaren onderhoudsplan verzekert een goede instandhouding van de buitenplaats. Deze kan tevens ook worden gebruikt bij de aanvraag van een z.g. BRIM-subsidie, (Besluit Rijkssubsidiëring Instandhouding Monumenten), waar veel buitenplaatsen voor in aanmerking komen.

Vis Architecten heeft in de loop van jaren meerdere Buitenplaatsen mogen aanpakken. De meeste buitenplaatsen die wij hebben verbouwd hebben een passende uitstraling gekregen die past bij de omgeving en historische kwaliteit.

Stel hier uw vraag