Bouwhistorische opname
Met tientallen jaren ervaring is ons bureau een expert in het verrichten van bouwhistorisch onderzoek. De meest voorkomende vorm van bouwhistorisch onderzoek is in de vorm van een bouwhistorische opname. De bouwhistorische opname is het onderzoek naar de bouw- en gebruiksgeschiedenis van een gebouw of complex van gebouwen, waaruit naar voren komt welke elementen uit de verschillende bouwfasen nog aanwezig zijn. Dit dient als basis voor het opstellen van een waardestelling.
De diepgang en richting van de bouwhistorische opname is afhankelijk van de wensen en eisen die door de opdrachtgever en overheid worden gesteld. Het is ook mogelijk een ‘quick scan’ of ‘bouwhistorische verkenning’ uit te voeren, dit is een opname op hoofdlijnen.
Een uitgebreide bouwhistorische opname wordt uitgevoerd aan de hand van de volgende praktische stappen:
- Opname bestaande toestand,
- Inventarisatie historische gegevens,
- Analyse gegevens stap 1 en 2:
– Algemeen historisch,
– Ensemble en stedenbouwkundig historisch,
– Architectuurhistorisch,
– Bouwhistorisch,
– Gebruikshistorisch. - Dateringsplattegronden,
- Waardestelling,
- Rapportage.
Stap 1 | Opname bestaande toestand
Een grondig bouwhistorisch onderzoek begint met de opname van het bestaande monument door middel van foto’s, schetsen en tekeningen. Wanneer tekeningen ontbreken en er geen destructief onderzoek gedaan kan/mag worden, bied onze 3D laserscanner de oplossing om de bestaande toestand nauwkeurig op te nemen en eventueel ook bouwkundig uit te werken.
Naar aanleiding van bouwsporen en uiterlijke afwijkingen kan de onderzoeksrichting in stap 2 duidelijker worden afgebakend.
Stap 2 | Inventarisatie historische gegevens
Archief- en literatuuronderzoek vormen hier de basis voor. Uit boeken, kranten, tijdschriften, kaart- en beeldarchieven, bouwdossiers en het kadaster worden historische gegevens verzameld. Foto’s, kaarten, tekeningen en plattegronden geven een beeld van de tijd waarin het gebouwd werd, de oorspronkelijke architectuur en wanneer verbouwingen of wijzigingen plaatsvonden.
Stap 3 | Analyse gegevens stap 1 en 2
De in stap 1 en 2 vergaarde gegevens worden in stap 3 aan de hand van verschillende categorieën geanalyseerd.
Algemeen historisch
Tijdens dit deel van het onderzoek kijken we naar het monument en haar relatie met maatschappelijke ontwikkelingen. Hierbij wordt gekeken naar sociale en culturele ontwikkelingen, stedenbouwkundige en politieke ontwikkelingen en naar ontwikkelingen in de techniek en typologie. Daarnaast wordt gekeken naar of het monument innovatieve en of pionierende elementen bevat.
Door deze gegevens te analyseren plaatsen we het gebouw binnen sociale en culturele historische ontwikkelingen.
Ensemble en stedenbouwkundig historisch
In deze categorie staat het monument in samenhang met haar context centraal. Het monument als onderdeel van een groter geheel op (inter)nationaal niveau, maar ook als onderdeel van een streek, stad, dorp of wijk. Hierbij wordt tevens gekeken naar de veranderingen in wijze van verkaveling en/of inrichting en wat dit voor invloed heeft gehad op de kwaliteiten van de huidige situatie.
Architectuurhistorisch
Bij de architectuurhistorische analyse worden de architectuurstijl(en) en de bouwmeester(s) of architect(en) onderzocht. Verder wordt het oeuvre van de bouwmeester(s) of architect(en) bekeken om te kunnen oordelen of het monument er één van zovelen is, of juist uniek.
Het bouwhistorisch ontleden van een monument beperkt zich niet tot de buitenkant. Zowel het exterieur als het interieur worden gedetailleerd vastgelegd.
Naast deze vergelijkingen, zal ook gekeken worden naar de esthetische kwaliteiten van het monument en de aanwezige ruimtes. Zowel in de oorspronkelijke toestand als de bestaande toestand. Dit levert vaak uitgangspunten voor een verbouwing op, zodat de onzichtbare kwaliteiten zichtbaar worden en de zichtbare worden versterkt.
Bouwhistorisch
De bouwhistorische analyse is gericht op de gebruikte bouwtechnieken en materialen. Elementen of aspecten uit verschillende tijden geven een bepaalde historische gelaagdheid aan. Daarom worden in dit deel van het onderzoek ook verbouwingen en/of wijzigingen onderzocht en bekeken wat er van de verschillende fasen in de bestaande toestand terug te vinden is.
Gebruikshistorisch
Een gebouw wordt altijd voor een bepaalde functie ontworpen, de analyse van de gebruikshistorie kijkt naar de ordening en samenhang van gebouwen of ruimtes in relatie tot het gebruik of productieproces. Daarnaast wordt gekeken naar het belang van een bepaalde functie die het monument had op verschillende schaalniveaus.
Als laatste wordt gekeken naar welke gebeurtenissen verbonden zijn aan het monument en of er een vooraanstaande bewoner, gebruiker of opdrachtgever was. Dit is allemaal van invloed op de waardering van een monument.
Stap 4 | Dateringsplattegronden
Vervolgens worden de gevonden gegevens over de verschillende aanwezige bouwfasen in kaart gebracht door middel van dateringsplattegronden. Door de weergave in dateringsplattegronden wordt de ontwikkeling en groei van het monument duidelijk.
Dateringsplattegronden geven alleen de gevonden feiten weer.
Stap 5 | Waardestelling
De laatste stap en conclusie van een bouwhistorisch onderzoek is de waardestelling. Het is belangrijk dat de waardestelling onafhankelijk en objectief is en alleen op de bestaande cultuurhistorische waarden is gebaseerd. De bouwtechnische staat, gebruikersbelangen en dergelijke worden hier niet in meegenomen.
Bij deze stap wordt bepaald welke onderdelen en aspecten van een monument een belangrijke bijdrage aan de cultuurhistorie van het monument leveren. Dit wordt beschreven aan de hand van de eerdergenoemde categorieën. Er wordt gekeken naar hoe gaaf en uniek/zeldzaam de verschillende elementen zijn, waarbij de analyse in categorieën argumenten aangeeft.
De onderbouwingen worden verduidelijkt met waardestellingen in de vorm van tekeningen. Aan de hand van de waardestelling tekeningen is direct duidelijk welke ruimtes in een pand hoge monumentale waarde hebben of juist indifferent zijn. Hierbij staat niet vast dat de leeftijd van elementen overeenkomt met de waarde. Dus hoe ouder, hoe hoger de waarde is niet altijd van toepassing.
De waardestelling kan als uitgangspunt/toetsingskader dienen voor een restauratie of verbouwingsplan.
Stap 6 | Rapportage
De uitkomsten van het bouwhistorisch onderzoek worden vastgelegd in een helder en praktisch rapport. De onderzoeksresultaten en de daaruit voortkomende ‘waardestellingen’ dienen als uitgangspunt voor toekomstige verbouwingen. Bovendien kunnen overheidsdiensten het onderzoek en de waardestellingen gebruiken als toetsingskader bij het aanvragen van bouwvergunningen of subsidie. Zo komt u nooit voor verrassingen te staan.
We vertellen u graag meer over de mogelijkheden.