“De Wildeman” Keizersgracht – Amsterdam
Opdracht: Bouwhistorisch onderzoek en restauratie
Opdrachtgever: particulier
De opdrachtgever heeft Vis Architecten in 2019 gevraagd om een bouwhistorisch onderzoek uit te voeren ten behoeve van een restauratie in het achterhuis van het grachtenpand. Op basis van gevonden bouwsporen was een herstel van de historische kleine zaal als leefbaar woonruimte gewenst, evenals een aanpassing van de keuken.
Bouwhistorie
Het grachtenpand, een rijksmonument, is in de eerste helft van de 17e eeuw gebouwd. De architect van het gebouw is onbekend, maar in opdracht van Christoffel van Brants heeft Simon Schijnvoet in 1712 de gevels gewijzigd. Hij liet ook het fraaie tuinhuis in de tuin bouwen welk nog steeds tot een van de mooiste tuinhuizen van de Amsterdamse grachtengordel telt.
Omstreeks 1760 is het interieur door de bekende Amsterdammer stucwerkersfamilie Husly in Lodewijk XV-stijl ingericht. Begin van de 19e eeuw zijn de roederamen door Empire-schuiframen vervangen en de kroonlijst van de voorgevel verhoogd. Het trappenhuis en de binnenplaats zijn in 1884 in neo-classicismestijl ingericht.
De oorspronkelijke 17e-eeuws indeling van voor- en achterhuis is nooit veranderd. De huidige indeling van de ruimtes in het souterrain komt overeen met de indeling die op een rioleringsplattegrond uit 1761 te zien is. Ook op de bovenverdiepingen van is tot 1970 weinig gewijzigd aan de indeling. Op de begane grond van het voorhuis is de indeling behouden maar in loop van de tijd de inrichting door de bewoners aan de actuele mode aangepast. Oorspronkelijk was de voorkamer voorzien van wandbespanningen van I. de Moucheron, deze niet bewaard gebleven omdat in de 19e eeuw het interieur vervangen werd door een decor in Empirestijl.
De belangrijkste stijlperiode van het huis, de Lodewijk XV stijl, is in de gang, de hal en de belètage van het achterhuis nog in hun originele toestand te bewonderen. Helaas hebben de moderniseringen van de jaren ’70 ook dit huis afbreuk gedaan en de meerderheid van het historisch interieur op alle bovenverdiepingen is gesloopt. Echter is de ontwikkeling van het huis door zijn verzameling van verschillende interieurstijlen nog steeds duidelijk herkenbaar en verteld een spannend verhaal over zijn geschiedenis.
Door de zorgvuldigheid van generaties aan bewoners zijn nog originele documenten, de oudste komt uit 1712, van het huis bewaard gebleven.
Bewoners
In dit huis woonden rijke Amsterdamse kooplieden, zoals Jean Deutz (1618-1673), die vaak bezoek kreeg van zijn zwager raadspensionaris Johan de Witt (1625-1672). Ook Christoffel van Brants, een koopman die veel handel dreef op Rusland, ontving hier belangrijke personen. In 1716 logeerde tsaar Peter de Grote in het huis. Tussen 1814 en 1911 was bankiersfamilie Oyens in bezit van het huis en breidde hier hun bank Oyens & Zn uit. Als beleggingsbank Oyens & Van Eeghen bestaat de bank nog steeds. Hendrik Jan de Marez Oyens (1843-1911), de derde generatie van de familie die het huis bewoonde, kreeg componist Gustav Mahler in 1904 op bezoek. De oprichter van de eerste zelfstandige KNO-kliniek in Nederland, prof. H. Burger (1864-1957) bewoonde het huis in de vroege 20e eeuw.
De restauratie
In de kleine zaal op de belétage zijn veel sporen aanwezig van de oorspronkelijke 18e-eeuwse Lodewijk XV-stijl, die bij latere verbouwingen zijn gewijzigd. Zo werden bijvoorbeeld de luiken voor de vensters gereconstrueerd, de restanten van een voormalig secreet toegankelijk gemaakt en het draaimechanisme van de turfkist gangbaar gemaakt. Het schuifluik voor de buffetkast met pronkfontein werd gerestaureerd.
Ook in de keuken in het souterrain werden de luiken teruggebracht. De oorspronkelijke indeling en afwerking was nog grotendeels aanwezig, zoals de witmarmeren vloertegels, de plafondbalken, betegelde wanden en de schouw.